Vergroot je woordenschat door het spelen van “Wie O Wie”.
Speel met twee speler, ieder heeft een eigen kaart. Neem één plaatje in gedachte.
Probeer doormiddel van vragen te stellen erachter te komen welk kaartje de ander in gedachte heeft.
Het woord van het gekozen plaatje mag niet gebruikt worden in de vraag.
Een gokje wagen?? Na drie verkeerde gokjes wint de tegenspeler.
Wanneer je de spelkaarten lamineert, kunnen de kinderen de plaatjes die niet aan de omschrijving voldoen doorstrepen en de rondjes aankruisen bij een verkeerde gok.